Gepubliceerd op:

Het is donderdag bij RIGO. Terwijl in de keuken de lunch wordt voorbereid, praat ik met André Buys, partner, senior onderzoeker en al 35 jaar verbonden aan ons bureau. Hij wordt vaak omschreven als onze datacruncher, maar die titel doet hem eigenlijk tekort. André is een denker, een verhalenverteller, en iemand die met zichtbaar plezier de logica achter complexe maatschappelijke vraagstukken probeert te ontrafelen. Zijn fascinatie? De dynamiek van de woningmarkt, en dan vooral: wat bevolkingsontwikkelingen vertellen over hoe wij wonen, verhuizen, en samenleven.

Een kleine organisatie met grote denkkracht

„Ik ben hier letterlijk naar binnen gelopen,” vertelt hij over zijn eerste kennismaking met RIGO. „Ik had sociale geografie gestudeerd, werkte kort bij een gemeente en bij een stedenbouwkundig bureau, maar daar voelde ik me een vreemde eend in de bijt.” Wat hij zocht, vond hij bij RIGO: een kleine, onafhankelijke organisatie waar serieus onderzoek in dienst van de praktijk werd verricht en waar ruimte was voor eigen initiatief.

In die jaren, begin jaren negentig, was RIGO een hechte club van denkers met scherpe meningen. „Een soort jongensclub plus Mieke, onze steun en toeverlaat,” zegt hij met een glimlach. Aan de lunchtafel gingen de gesprekken zelden over koetjes en kalfjes. Wereldpolitiek, woningmarkt, literatuur, alles kwam voorbij. „Dat hoge abstractieniveau, gecombineerd met de vrijheid om onafhankelijk te denken, dat sprak me aan.”

De stad als laboratorium

André groeide op in Amsterdam Nieuw-West. „Als kind zag ik mijn omgeving veranderen: winkels en buren verdwenen, nieuwe mensen kwamen ervoor in de plaats. Dat riep vragen op. Waarom gebeurt dit? Wat zijn de mechanismen daarachter?”

Het zijn die vragen die hem nog altijd drijven. In zijn werk zoekt hij naar patronen in hoe steden en regio’s groeien, krimpen en veranderen. Hoe mensen zich bewegen door stad en ommeland, door levensfases en door woningtypologieën. „Je kunt een wijk wel op de tekentafel ontwerpen, maar die wijk gaat vervolgens leven,” zegt hij. „En dat is precies wat ik zo interessant vind.”

Feiten boven aannames

Cijfers spelen een centrale rol in Andrés werk. Niet als doel op zich, maar als middel om scherpte aan te brengen in het debat. „Er zijn veel goedbedoelde beleidsplannen gebaseerd op aannames. Neem het idee dat we vooral kleine woningen moeten bouwen, omdat het aantal kleine huishoudens toeneemt. Maar wie zijn die kleine huishoudens precies?”

Hij legt uit dat die groei vrijwel volledig komt door de vergrijzing. Senioren die alleen achterblijven nadat kinderen zijn uitgevlogen en partners zijn overleden. „Ze hebben al een huis, vaak ruim. Dat is dus niet automatisch een vraag naar extra kleine woningen. Zo simpel is het niet.”

Van cijfer naar verhaal

Onderzoek doen beschouwt hij als een ambacht. „Het gaat er niet om dat je honderd tabellen maakt, maar dat je met een beperkt aantal goed gekozen cijfers een verhaal weet te vertellen dat hout snijdt.” Of het nu gaat om leefbaarheid op IJburg of doorstroming in Beverwijk, André zoekt naar verbanden en logica. Naar wat er achter de cijfers schuilgaat. En soms komt dat met een knipoog: “Je kunt van een nieuwbouwwijk vrij precies voorspellen wanneer peuters in speeltuintjes willen spelen, tieners overlast geven en het daarna vanzelf weer rustiger wordt.”

Een kwestie van blijven kijken

Waar zijn scherpte vandaan komt? „Gezond verstand,” zegt hij nuchter. En een grote dosis nieuwsgierigheid. „Een stad of regio is nooit af. Er is altijd iets dat verandert, altijd weer iets wat je kunt proberen te begrijpen.”

Die constante verwondering maakt dat hij zijn werk al 35 jaar met toewijding doet. En op donderdag? Dan is hij, met een goed getimed grapje en een pan zachtgekookte eieren, een vaste waarde bij de lunch.

Op naar de volgende inzichten.