Gepubliceerd op:

De corporatiesector als geheel beschikt over voldoende middelen voor extra investeringen of huurmatiging, maar deze zijn lang niet altijd op de juiste plaatsen beschikbaar. De oplossing ligt voor de hand: verevenen oftewel het matchen van opgaven en middelen. Maar hoe dan?Er is veel kritiek mogelijk op de cijfers die minister Blok over de bestedingsruimte bij woningcorporaties onlangs publiceerde, maar zeker is dat de sector als geheel middelen heeft voor extra investeringen of voor verdere huurmatiging. De cijfers laten ook zien dat deze middelen ongelijk verdeeld zijn over de corporaties en over de gemeenten.We hebben de beschikbaarheid van middelen op gemeenteniveau geconfronteerd met een beeld van de volkshuisvestelijke opgaven in de gemeenten. Veel middelen zijn op de verkeerde plekken beschikbaar. In veel gemeenten is er een overmaat aan middelen – relatief kleine opgaven en meer middelen dan nodig – en in andere gemeenten zijn de middelen niet toereikend gegeven de opgaven. De kaart hiernaast schetst een beeld hiervan voor een deel van ons land. De rode kleur duidt op een ondermaatse bestedingsruimte; een groene kleur op overmaat.

De gele kleur duidt op een match: weinig bestedingsruimte en een kleine opgave òf een flinke opgave en veel bestedingsruimte.Een goede reden om – niet voor het eerst – na te denken over verevening van middelen. Maar dat is makkelijk gezegd, maar moeilijk te realiseren. Verevening tussen corporaties op gemeenteniveau zou de eerste, maar niet de laatste stap moeten zijn. Van alle mogelijke strategieën voor verevening op sectorniveau is fondsvorming – te voeden door corporaties op basis van hun reële vermogen – de meest voor de hand liggende strategie, hoewel de uitwerking complex zal zijn; er kleven talrijke inhoudelijke, politieke en strategische vraagstukken aan. Als de sector zelf het niet kan organiseren, zou de minister deze handschoen moeten oppakken; te veel middelen worden niet benut.<span style=”font-size: 13px;”>* Een nadere uitwerking van dit thema vindt plaats in een essay ten behoeve van de discussiedagen sociale huisvesting 2016 op 22 en 23 september van dit  jaar.