Gepubliceerd op:

De gemeente Vlissingen ziet de behoefte aan deeltijdwonen bij twee groepen. Aan de ene kant is er een groep die elders werkt, maar die voor lange weekenden en vakanties in Vlissingen woont. Daarnaast is er een groep die, andersom, in Vlissingen werkt, maar er niet volledig wil wonen. Die laatste groep bestaat voor een groot deel uit buitenlandse werknemers, die lang niet allemaal voldoen aan het stereotype beeld van arbeidsmigranten: het gaat voor een behoorlijk deel om hoger opgeleid personeel. Voor beide groepen geldt dat ze op zoek zijn naar een woning in Vlissingen, maar die niet permanent gaan bewonen.

In kaart brengen van deeltijdbewoners is een uitdaging

In het planologisch beleid van de Provincie Zeeland is dit nog een onbekende woonvorm. De Provincie geeft beleidskaders voor ‘gewoon wonen’ en voor recreatiewonen. Van recreatiewoningen wordt geëist dat ze bedrijfsmatig geëxploiteerd worden. Dat is net wat potentiële deeltijdwoners niet willen. Om toch ruimte voor hen te maken, was een onderbouwing nodig van de behoefte aan deeltijdwonen in Vlissingen. Dat is onderzoeksmatig een behoorlijke uitdaging, omdat de groep deeltijdwoners nauwelijks gedefinieerd is en er (dus) ook vrijwel geen gegevens over beschikbaar zijn.

Combinatie van gegevens maakt een schatting toch mogelijk

Door het combineren van gegevens heeft RIGO voor de gemeente een behoefteraming opgesteld. Belangrijke bronnen waren de gemeentelijke registratie van forensenbelasting en toeristenbelasting en een overzicht van onbewoonde, maar niet leegstaande woningen. Hiermee kregen we een indruk van de omvang van het huidige deeltijdwonen in Vlissingen. Daarnaast gebruikten we cijfers uit het WoON over tweede woningbezit en analyseerden we de relatie daarvan met leeftijd, inkomen, en vermogen, om zo een inschatting te kunnen maken van de toekomstige ontwikkeling. Literatuur over tweede woningen hielp om het grotere plaatje in beeld te krijgen. Interviews met lokale makelaars gaven inzicht in de woonwensen van potentiële deeltijdwoners. Uit al deze gegevens wisten we voor de gemeente uiteindelijk een onderbouwde schatting af te leiden, waardoor de planprocedure voor twee deeltijdprojecten verder kon.