Gepubliceerd op:

De Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders (TRSHV) was één van de maatregelen uit het bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom tussen het Rijk en gemeenten om de snelle en forse toename van het aantal asielzoekers vanaf 2015 het hoofd te bieden. Vijf jaar na de inwerkingtreding van de TRSHV heeft RIGO een eindevaluatie van de regeling uitgevoerd.

De TRSHV

Deze TRSHV was gericht op de realisatie van nieuwe woonvoorzieningen voor vergunninghouders door nieuwbouw of transformatie van kantoren of andere gebouwen zonder woonfunctie om zo de doorstroom van vergunninghouders uit de COA opvanglocaties te bevorderen en te versnellen. Uitgangspunt daarbij was dat de maatschappelijke kosten zo beperkt mogelijk moesten zijn en dat de regeling niet zou leiden tot verdringing van reguliere woningzoekenden in de sociale huursector. De regeling is dan ook, gegeven de maximale huurprijzen en de minimale bezetting van vier personen, zo vormgegeven dat geen aanspraak kan worden gedaan op huurtoeslag. Het bijstandsbudget wordt beperkt door toepassing van de kostendelersnorm.

De evaluatie

De evaluatie bestond uit een documentstudie, de analyse van data van de aangevraagde en verleende subsidies en een uitvoerige gespreksronde met verschillende organisaties die al dan niet gebruik hebben gemaakt van de regeling en koepelorganisaties die betrokken zijn geweest bij de opzet, het verder brengen en/of de uitvoering van de regeling.

Uit de evaluatie blijkt dat het gebruik van de TRSHV zeer beperkt is gebleven en daarmee niet doeltreffend is geweest. Dit had verschillende oorzaken. Zo was de voorwaarde om een woning te laten bewonen door minimaal vier (meestal alleenstaande) vergunninghouders niet bevorderlijk voor het maatschappelijke draagvlak. Ook konden verhuurders moeilijk een goede businesscase maken vanwege de strikte voorwaarden die tot doel hadden een sobere huisvestingsvoorziening te realiseren. Dat maakte andere, door provincie en/of gemeente opgestelde regelingen ter bevordering van het huisvesten van vergunninghouders aantrekkelijker.

Een regeling met meer flexibiliteit, toepasbaar bij de huisvesting van meer (urgente) doelgroepen en met een ruimere doorlooptijd, zou een aantrekkelijker en doeltreffender alternatief zijn geweest. Een flexibele regeling, die meer ruimte biedt voor lokaal maatwerk is een passender instrument om de huisvesting van vergunninghouders te stimuleren. De Stimuleringsaanpak Flexwonen lijkt daar een goed voorbeeld van te zijn.

In april stuurde Minister Ollongren (BZK) het rapport over de evaluatie van de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders aan de Tweede Kamer.