Gepubliceerd op:

Voor de gemeente Amsterdam heeft RIGO uitgezocht of het afschaffen van de verhuurderheffing is te compenseren met een hogere en zo mogelijk gedifferentieerde overdrachtsbelasting, waarbij koopstarters worden ontzien en particuliere beleggers extra worden belast. De zwaar aangeslagen corporaties kunnen dan investeren in bijvoorbeeld nieuwbouw.

We concluderen dat een verhoogde en gedifferentieerde overdrachtsbelasting de afschaffing van de verhuurderheffing kan compenseren maar de opbrengst is niet gewaarborgd. De overdrachtsbelasting is afhankelijk van transacties en die zullen achterblijven ten tijde van een crisis.

De mogelijk (positieve) effecten op de woningmarkt voor starters en corporaties moeten niet worden overschat. Meer geld voor corporaties betekent dat niet dat er meteen kan worden geïnvesteerd in nieuwbouw. De bouwkosten zijn hoog, de bouwcapaciteit is beperkt en locaties schaars. Daarnaast: de positie van koopstarters en van woningzoekenden met middeninkomens blijft problematisch. Daar verandert een andere overdrachtsbelasting niets aan. De aanhoudende schaarste op de koopwoningmarkt houdt prijzen hoog en houdt woningzoekenden gevangen in het vrije huursegment. Vanuit het perspectief van beleggers is en blijft verhuur, zeker in de Amsterdamse context, een relatief risicoloze en zekere bron van inkomsten, zelfs als de rendementen door een eenmalige belasting wat lager zouden zijn. Wie verhuist en zijn koopwoning aanhoudt voor verhuur (leave to let*) heeft van de overdrachtsbelasting bovendien in het geheel geen last.

*onderzoek van de gemeente Amsterdam laat zien dat de koopsector krimpt, het is blijkbaar lucratiever woningen aan te houden voor verhuur dan te verkopen bij verhuizing.