In het kort bevat de handreiking de volgende informatie:
- Een overzicht van de bestaande instrumenten
- Een procesbeschrijving die gemeenten kunnen volgen bij het keuzeproces
- Met daarbij een inhoudelijk afwegingskader om tot een passend instrument te komen
Het stappenplan in het kort
De aanleiding om een instrument te willen inzetten is veelal een vraag vanuit de gemeenteraad om koopstarters met een middeninkomen te ondersteunen vanwege het geringe aanbod aan betaalbare koopwoningen. De eerste stap is dan om de woningmarktsituatie in beeld te brengen: heeft de gespecificeerde doelgroep van koopstarters inderdaad geen toegang tot een koopwoning in de gemeente?
Is het antwoord ja, dan volgt stap twee: welk type instrument past in grote lijnen bij de wensen van gemeente? En kan een instrument daadwerkelijk voor een betere bereikbaarheid van koopwoningen zorgen, of zijn de prijzen in de lokale woningmarkt zo hoog dat een instrument weinig soelaas biedt?
In stap drie wordt nagegaan welke partijen bereid zijn om woningen met dergelijke instrumenten in te zetten. Zijn er projectontwikkelaars, woningcorporaties of beleggers die dit zien zitten? Of overweegt de gemeente het instrument zelf uitvoeren?
In stap vier kan het afwegingskader worden gebruikt om (samen met de partners) een onderbouwde keuze te maken voor een van de instrumenten. Daarbij zijn vier thema’s relevant:
- De financiële- en personele inzet voor de aanbieder van het instrument;
- De passendheid van het instrument bij de eigen (lokale) beleidsvoorkeuren;
- De werking van het instrument vanuit de optiek van de koopstarter qua woonlasten, vermogensvorming (risico’s) en speciale voorwaarden van het instrument;
- De invloed van het instrument op de bredere woningmarkt.