Gepubliceerd op:

Welkom bij RIGO, Kees! Waar heb je gewerkt voordat je bij ons terechtkwam?

Ik heb hiervoor lang gewerkt bij het Onderzoeksinstituut OTB, TU Delft als woningmarktonderzoeker, met een focus op de (nieuwbouw)koopsector en financiering van het eigen woningbezit. Het OTB is om diverse redenen opgeheven als instituut en voor mij was het als onderzoeker logisch om bij een onderzoeksbureau verder te gaan in plaats van als universitair docent.

Op welke thema’s ga je je bij RIGO richten?

Ook bij RIGO zal ik me met de koopwoningmarkt bezighouden. Daarbij kan ik gebruikmaken van de kennis vanuit mijn tijd bij het OTB. Toen deden we bijvoorbeeld studies naar de Nationale Hypotheek Garantie, naar het ‘bouwsparen’ zoals dat wordt gebruikt in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk en naar zogenaamde koop- en financieringsvarianten. Dat laatste omvat instrumenten om starters met een ‘bescheiden beurs’ te helpen bij de aankoop van een woning. Je kan daarbij denken aan de Starterslening of een ‘koopvariant’, waarbij je een woning met korting koopt. De kennis over deze instrumenten heb ik bij RIGO al ingezet bij de ondersteuning van gemeenten in het maken van beleid voor koopstarters.

Zijn degenen die ooit een (corporatie)woning kochten wel draagkrachtig genoeg om het onderhoud voortvarend ter hand te nemen?

Interessant is ook een nieuw opkomend thema rond het eigen woningbezit onder lagere inkomens. Zijn degenen die ooit een (corporatie)woning kochten wel draagkrachtig genoeg om het onderhoud voortvarend ter hand te nemen? En bij dat onderhoud hoort eigenlijk ook de verduurzaming! In mijn eerste maanden bij RIGO is dit aan de orde gekomen in de ondersteuning van enkele gemeenten bij aanvragen voor het Volkshuisvestingsfonds van het Ministerie van BZK.

Zijn er naast de koopmarkt nog andere thema’s waar je aan werkt?

Bij RIGO zal ik me ook bezighouden met het thema betaalbaarheid in de huursector. Ik maak daarbij dankbaar gebruik van het werk dat Steven Kromhout hier bij RIGO heeft verricht. Hij gebruikte bij zijn analyses van betaalbaarheid niet zozeer de woonlasten als een percentage van het inkomen, maar bekeek juist hoeveel je nog overhoudt nadat alle woonlasten zijn betaald. Heb je dan nog genoeg te besteden voor andere dingen in het leven, of moet je echt ieder dubbeltje omdraaien?

Dit is natuurlijk heel relevant als je kijkt naar de hoge huren die sommige jonge middeninkomens betalen in de particuliere huursector. Houden ze nog genoeg over om te sparen voor een overstap naar de koopsector bijvoorbeeld? Bovendien blijven betaalbaarheidsstudies heel zinvol om na te gaan of de minima niet in de knel komen door (te) hoge woonlasten. Duurzaamheid speelt daarbij ook een rol, want een energiezuinige woning betekent een lagere energierekening.