Gepubliceerd op:

Het blijkt dat de randvoorwaarden voor ‘extramuraal wonen’ sterk uiteenlopen. Wat nodig is, is afhankelijk van de aard van de achterliggende beperkingen/ aandoeningen en de aanwezigheid van mantelzorg. Zorglevering die in theorie vereist is, geformuleerd in zorgzwaartepakketten, blijkt bovendien in de praktijk niet altijd nodig. Toezicht of voortdurende nabijheid bijvoorbeeld is in de praktijk alleen voor een deel van de doelgroepen van belang.

Er zijn (veel) verschillende manieren om in de benodigde randvoorwaarden te voorzien, afhankelijk van de mogelijkheden van de zorgvrager, diens netwerk en de lokale situatie. Zo kan de voorwaarde ‘aanspreekpunt’ zowel door vrijwilligers als professionals ingevuld worden. Het bereikbaar maken van dagelijkse boodschappen kan door het organiseren van een boodschappenbezorgdienst (bijvoorbeeld in overleg met de plaatselijke supermarkt), een vrijwilligersdienst die met de zorgvrager samen boodschappen doet of een mobiele winkel die naar de zorgvrager toe komt.

Er is, kortom, veel variatie en lokaal maatwerk denkbaar. Fysieke eisen aan de woning, zoals nultrede of rolstoelgeschikt, zijn alleen van toepassing op alleenwonenden en op een beperkt aantal doelgroepen. Het is niet onmogelijk om in een dergelijke situatie in een niet-nultredewoning te blijven wonen. Een ogenschijnlijk suboptimale oplossing (denk aan een bed in de woonkamer) biedt de voordelen van het blijven wonen in de eigen, vertrouwde woning en buurt. Niet iedereen zal dus kiezen voor verhuizing naar een geschikte(re) woning als dat gezien de aard van de beperkingen logisch zou zijn.

Het onderzoek ‘Randvoorwaarden voor extramuraal wonen’ is aan de Tweede Kamer aangeboden als bijlage bij de kamerbrief Transitieagenda Langer zelfstandig wonen.