Gepubliceerd op:

Om leegstand van woningen, winkels en kantoren te bestrijden kunnen gemeenten gebruikmaken van de Leegstandwet. Eind 2024 namen we de Leegstandwet onder de loep voor een evaluatie.

De wet geeft gemeenten twee instrumenten: een leegstandverordening waarmee druk kan worden gezet op eigenaren van leegstaande panden, en een vergunning om tijdelijke verhuur van leegstaande gebouwen mogelijk te maken. Dit laatste instrument dient niet alleen om leegstand te bestrijden, maar ook om mogelijk te maken dat de woningvoorraad optimaal benut wordt.

Leegstandverordening: effectief mits met extra mogelijkheden

In de praktijk blijkt dat maar weinig gemeenten (26 van de 342) een leegstandverordening hebben. Dat komt enerzijds doordat gemeenten maar weinig problematische leegstand ervaren. Van de woningen staat 2% leeg, van winkels 7% en van kantoren 9% (daarbij gaat het om administratieve leegstand). Er is dus wel degelijk leegstand – en in iedere gemeente komt het voor – maar gemeenten zien dat langdurige leegstand vaak een begrijpelijke verklaring heeft. Bijvoorbeeld een erfeniskwestie of omstandigheden waardoor een verbouwing langer duurt dan gepland.

Maar de leegstandverordening wordt ook weinig gebruikt omdat het instrument als weinig effectief wordt beschouwd. Zo kunnen gemeenten met de verordening een huurder aandragen voor een pand, maar dat is in de praktijk een ingewikkelde exercitie. Ook bij gemeenten die wel een verordening hebben, is hij in de praktijk daarom ‘slapend’. Het beste instrument om leegstand te bestrijden? Niet dwang, maar goed contact met eigenaren, aldus gemeenten.

Amsterdam en Utrecht hebben betere ervaring met de verordening. Dat komt omdat deze twee gemeenten gebruikmaken van de extra mogelijkheden die worden geboden door de (voormalige) Crisis- en Herstelwet. Deze breiden de slagkracht van de leegstandverordening uit. Wij adviseerden daarom om deze extra mogelijkheden te verankeren in de ‘reguliere’ verordening. De Minister is voornemens om dat advies over te nemen, zo schrijft ze in haar brief.

Tijdelijke verhuur: nuttig, maar kan flexibeler

Over het tweede instrument – de tijdelijke verhuurder van leegstaande panden – zijn de gesproken partijen positiever. Het is in de huidige markt met name een aangenaam middel voor corporaties om hun bezit te kunnen verhuren tijdens grote sloop-nieuwbouwoperaties of renovaties. Wel adviseerden we om het instrument op een paar punten flexibeler in te richten. Ook deze aanbevelingen wil de Minister betrekken in een nieuw voorstel voor de wet.