Met de komst van verhuurplatforms als AirBnB neemt toeristische verhuur van woonruimte aanzienlijk toe. Wanneer woonruimte kort, tijdelijk en aan een beperkt aantal gasten wordt verhuurd, levert toeristische verhuur veelal geen problemen op. Maar grootschalige vakantieverhuur kan ook ongewenste effecten hebben op zaken als de woningmarkt, de leefbaarheid, de (brand)veiligheid en het gelijke speelveld voor andere aanbieders van toeristische accommodaties zoals hotels. De wet biedt gemeenten nu het instrumentarium om de negatieve effecten van toeristische verhuur van woonruimte te bestrijden.
Tot 1 januari tijd om verordeningen aan te passen
Gemeenten hebben met de nieuwe regels de bevoegdheid om door middel van de Huisvestingsverordening een registratie-, meld- en/of vergunningplicht of ontheffingsplicht in te stellen om toeristische verhuur van woonruimte te reguleren en te controleren. Gemeenten die toeristische verhuur willen reguleren, zullen voortaan de nieuwe instrumenten moeten toepassen. Voor de regulering van toeristische verhuur kan dus niet langer gebruik worden gemaakt van een onttrekkingsvergunning.
Regels over de toeristische verhuur van woonruimte in bestaande huisvestingsverordeningen komen per 1 januari 2022 te vervallen. Tot dan hebben gemeenten dus de tijd om hun Huisvestingsverordening aan te passen.
Vier stukken bieden hulp bij implementatie
In samenwerking met Konijnenbeltwetgeving.nl stelden we vier stukken op waarmee de gemeenten geholpen worden het nieuwe sturingsinstrument in te voeren. Zo vulden we de Model Huisvestingsverordening aan met het nieuwe instrument. Daarnaast stelden we een Model Raadsbesluit op en maakten een Was-wordt-tabel. De gemeente kan beide gebruiken bij de raadsvoordracht voor de wijziging van de verordening. Ook is een handreiking beschikbaar, waarin inhoudelijk wordt ingegaan op het instrument en de onderbouwing hiervan op grond van schaarste of leefbaarheid. Alle benodigde stukken zijn te vinden op de website van de VNG.