Gepubliceerd op:

Veelal wordt aangenomen dat beweging goed is voor mensen. Mensen die tijdens hun werk bewegen, werken dus tegelijkertijd aan hun gezondheid. Daar staat tegenover dat bewegen op het werk de kans op een arbeidsongeval kan vergroten. De vraag die dit oproept is: in welke verhouding staan de gezondheidskosten en -baten van bewegen tijdens het werk?
In opdracht van RIVM deed RIGO een verkennend onderzoek. Diverse gegevens zijn gecombineerd, waaronder de Enquête Blootstelling aan Arbeidsgevaren 2011 (EBA 2011, RIGO). Er blijkt een positief verband te bestaan tussen bewegen en levensduur: wie regelmatig beweegt, leeft langer. Anderzijds blijkt dat veel lopen tijdens het werk samengaat met meer arbeidsongevallen. Bij een uur per week extra lopen zou het aantal dodelijke arbeidsongevallen jaarlijks met 4 toenemen; het aantal natuurlijke sterfgevallen onder de beroepsbevolking zou met naar schatting 50-100 afnemen. Per saldo een enorme winst dus.
Activerend beleid zou het best kunnen worden gericht op inactieve beroepen, waarin men de werkdag grotendeels zittend doorbrengt, zoals boekhouders, secretaressen, architecten ( 2,5 miljoen mensen). In deze beroepen zou het extra aantal dodelijke arbeidsongevallen beperkt blijven tot minder dan één per jaar, terwijl de gezondheidswinst wordt geraamd op 50-100 natuurlijke sterfgevallen per jaar minder. In relatief risicovolle beroepen waarin men al relatief veel lichaamsbeweging krijgt, zoals bouwvakkers en laders/lossers, pakt een extra uur per werkweek bewegen eerder slecht uit. Het aantal dodelijke arbeidsongevallen zou met circa drie per jaar toenemen; de winst voor de gezondheid van de ruim drie miljoen Nederlanders met zo’n beroep is nihil.
Lees ook het persbericht Meer bewegen tijdens het werk niet goed voor iedereen.