Een uitdaging bij Rekenkameronderzoek op het gebied van wonen is dat het woondomein onder invloed staat van allerlei (externe) factoren. De inkt van een beleidsstuk is vaak nog niet droog of er dient zich een verandering in wet- en regelgeving of de staat van de woningmarkt aan, die om bijstelling van beleid en uitvoering vraagt. Regelmatig komen wij tegen dat belangrijke gemeentelijke ‘beleidsinstrumenten’ als de woningbouwprogrammering en afspraken met woningcorporaties en andere belanghouders vertraagd reageren op zulke veranderingen. Dat terwijl de uitvoering er doorgaans wel direct op reageert of moet reageren.
We zoeken uit wat wel werkte en wat niet, en vooral over waarom dat zo was. Dat levert de bruikbaarste lessen op voor de toekomst.
Niet zoeken naar universele formules, maar naar verklarende verbanden
Dit alles maakt het soms lastig om in een evaluatie de effectiviteit van het beleid te duiden. Maar dat is geen reden om geen onderzoek naar het woondomein te doen. De kunst van de beleidsevaluatie is in onze ervaring niet het opsporen van universele formules, maar het achterhalen en zichtbaar maken van verbanden, en waar mogelijk verklaringen, voor de (lokale) uitvoeringspraktijk. We zoeken uit wat wel werkte en wat niet, en vooral over waarom dat zo was. Dat levert in onze ogen de bruikbaarste lessen op voor de toekomst.
Tot slot moet het doel van evaluaties wat RIGO betreft vooral zijn om te begrijpen en te leren – niet om af te rekenen. Dat laatste komt de samenwerking van gemeenten met hun belanghouders niet ten goede en is bovendien slechts ten dele relevant. Kortom, wij zien het ‘leren van’, om het nu (nog) beter te doen, als het belangrijkste uitgangspunt voor Rekenkameronderzoek.
Voorbeelden
Zie onderstaande links voor een aantal recente Rekenkameronderzoeken door RIGO:
Rekenkameronderzoek Dordrecht verduurzaming van woningen