Gepubliceerd op:

Er zijn verschillende interventies die gemeenten en corporaties kunnen inzetten als ze willen sturen op het verbeteren van de leefbaarheid. Aan de ene kant kan dit door sociale of maatschappelijke interventies in de buurt of wijk toe te passen. Op het gebied van woonbeleid zijn er echter ook verschillende instrumenten denkbaar.

Via de Huisvestingswet

De Huisvestingswet biedt ten eerste instrumenten die zowel op basis van schaarste als op basis van leefbaarheid onderbouwd kunnen worden. Voor het opnemen van regels op het gebied van urgentie is geen onderbouwing nodig. Voor veel van de instrumenten is zowel een onderbouwing op basis van schaarste, als een onderbouwing op basis van leefbaarheid nodig. Alleen de sturing op woonruimteverdeling kan enkel op basis van schaarste worden onderbouwd.

Via de ‘Rotterdamwet’

Dit komt omdat sturing op woningtoewijzing op basis van leefbaarheid al een ander instrument kent: de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp, ook wel de Rotterdamwet genoemd). Dit instrument is wel een ‘ultimum remedium’, wat betekent dat een stevige onderbouwing van de nut en noodzaak van de inzet nodig is.

Via het omgevingsplan

Via het omgevingsplan kan er ook gestuurd worden op (onder andere) woningvoorraadbeheer. Via het omgevingsplan is er echter een net andere grondslag voor. Het moet namelijk ten dienst zijn aan ‘een goede ruimtelijke ordening’. Dit is in lijn met leefbaarheid, maar niet hetzelfde.

Door de woningcorporatie

Tot slot kan ook een woningcorporatie sturen op leefbaarheid. Zo kan er door de woningcorporatie gestuurd worden op de balans tussen dragers en vragers in een complex. De opkomst van de toewijzing op basis van een motivatiebrief wordt steeds populairder. Hier hebben corporaties wel directe bemiddelingsruimte nodig en het is soms lastig uitlegbaar voor woningzoekenden.