Gepubliceerd op:

Ranglijstjes

Sociale ongelijkheid staat in de belangstelling. Zowel materiële als niet-materiële vormen van welvaart blijken ongelijk te zijn verdeeld op allerlei schaalniveaus. Denk bij dat laatste aan zaken als een goede gezondheid en maatschappelijke betrokkenheid. In opdracht van de Provincie Zuid-Holland brachten wij een breed scala aan sociale verschillen tussen de vijftig Zuid-Hollandse gemeenten in beeld. Dit deden we in de vorm van ranglijsten. Daarbij keken we naar de spreiding en naar de uitschieters aan de top en aan de staart van de ranglijsten.

Historisch en hardnekkig

Nu zijn er altijd verschillen tussen woongebieden. Deze zijn vaak historisch gegroeid en lang niet altijd problematisch. In studentensteden wonen meer jongeren met een (vooralsnog) laag inkomen en meer hoog opgeleiden dan op het platteland. In landelijke gemeenten wordt dan weer meer aan mantelzorg gedaan en voelen inwoners zich minder eenzaam dan in de stad. In gemeenten met veel zware industrie is de levensverwachting lager dan gemiddeld. Tot zover geen verrassingen.

Veel verschillen zijn opmerkelijk stabiel of, anders geformuleerd, hardnekkig. Selectieve migratie zorgt er voor dat verschillen telkens worden gereproduceerd. De continue toestroom van jongeren houdt steden jong, de suburbanisatie van welgestelde gezinnen houdt rijke randgemeenten rijk. Vermogensverschillen tussen gemeenten zijn wel toegenomen en hangen sterk samen met de ongelijke spreiding van het eigenwoningbezit. Dit werkt ook door in de volgende generatie en dus op de plekken waar die gaat wonen.

Vijftig gemeenten in vijf clusters

Zilveren randen en vergrijzende groeigemeenten

Hoewel de vijftig Zuid-Hollandse gemeenten allemaal hun unieke set kenmerken hebben, zijn er toch ook overeenkomsten te vinden op combinaties van kenmerken. We konden vijf clusters onderscheiden en benoemen. Bijvoorbeeld het cluster “zilveren randgemeenten”, zoals Leidschendam-Voorburg en Leiderdorp, waar de bevolking relatief vergrijsd, welvarend en gezond is. En het cluster “nieuwe welvaart”, zoals Zuidplas en Albrandswaard, waar jonge gezinnen met goedbetaalde banen in recente nieuwbouw zijn neergestreken.

Een enigszins zorgwekkend profiel heeft het cluster “vergrijsde (groei)gemeenten”. Deze gemeenten blijven zowel materieel als immaterieel achter bij de rest en missen ook de aantrekkingskracht op jongeren die de grote steden wel hebben. De gemeenten in dit cluster, waaronder ook voormalige “groeikernen” kunnen wel een nieuwe impuls gebruiken.

Lees het rapport hier.