Gepubliceerd op:

In Maassluis worden regelmatig bestaande panden verbouwd tot (kamergewijze) woonruimte of gesplitst in meerdere wooneenheden. Voor de gemeente Maassluis beantwoorden we de vraag welke instrumenten – aanvullend op haar bestaand beleid – ingezet kunnen worden om eventuele negatieve gevolgen van de verbouwing of splitsing van panden te voorkomen of tegen te gaan?

Door verkamering en splitsing wordt in beginsel nieuwe woonruimte aan de woningvoorraad toegevoegd en krijgen leegstaande panden een nieuwe bestemming. Over het algemeen is het dus een gewenste ontwikkeling. De gemeente vangt echter signalen op dat in de verhuur van deze woningen sprake is van uitbuiting van de huurders; er worden hoge huren gevraagd. Ook zijn er signalen dat deze wijzigingen in de woningvoorraad negatieve gevolgen heeft voor de leefbaarheid in wijken en buurten en dat voor bepaalde categorieën woningzoekende de kans op het vinden van een geschikte woning afneemt. Door de toename van wooneenheden neemt de druk op de openbare ruimte en het woongenot toe (denk hierbij aan woonoverlast, (te) veel) (fiets-)parkeren, een afnemende sociale cohesie, en huisvuilopslag.

Voor de gemeente brachten we de beschikbare ‘gereedschapskist’ in beeld, samen met de voor- en nadelen van elke vorm van gemeentelijke sturing. Op basis hiervan kwamen we tot een afgewogen advies aangaande de instrumenten die de gemeente kan inzetten in aanvulling op bestaande instrumenten als sturing via het bestemmingsplan, huisvestingsbeleid voor arbeidsmigranten en de aanpak van woonoverlast. Hierbij werkten we ook een kort stappenplan uit voor de invoering. De besluitvorming over dit voorstel is aan de gemeenteraad.