Gepubliceerd op:

Deze vragen onderzochten we met een grootschalige enquête – bijna 5.000 respondenten – en een aantal groepsinterviews. De woningzoekenden kunnen we grofweg indelen in ‘reguliere zoekers’ die rustig op zoek zijn naar een andere woning, ‘latente zoekers’ die op termijn denken te willen of moeten verhuizen, en ‘spoedzoekers’ met haast maar vaak geen urgentiestatus.

Vooral bij de laatste groep stemmen de resultaten niet zo vrolijk. Hier hoorden we een hoop frustratie, wanhoop en weinig vertrouwen om snel een woning te vinden:

“Ik woon met mijn jonge dochtertje bij kennissen in, we hebben daar geen eigen kamer. Ik sta al 5 jaar ingeschreven bij Woonnet Rijnmond maar het lukt niet om iets voor onszelf te vinden. Ik ben nog nooit voor een bezichtiging uitgenodigd. Ik zou elke woning nu gewoon accepteren.”

Wat zou er volgens respondenten beter kunnen? Daarover verschillen de meningen, maar er zijn een paar rode draden:

  • Advertenties zouden een beter beeld kunnen geven van de woning, bijvoorbeeld met meer en betere foto’s. Zolang dat niet beter is moet het weigeren van woningen ook niet bestraft worden, zo vinden veel woningzoekenden.
  • Op hoofdlijnen snappen de meeste woningzoekenden de ‘spelregels’ wel, maar de details zijn ingewikkeld: hoe ziet het nou met inkomens- en leeftijdsgrenzen, en wanneer kom je wel of niet in aanmerking voor urgentie? Bij het verdelen zou meer aandacht moeten zijn voor de persoonlijke situatie van woningzoekenden, horen we ook.
  • Opvallend is dat ruim de helft van de respondenten bereid zou zijn eerder te verhuizen als ze hun inschrijfduur zouden kunnen behouden.
  • Ook opvallend is dat bijna twee derde het een goed idee zou vinden om inschrijfduur in andere regio’s te kunnen inzetten – wetende dat dat vice versa zou gelden.