Met het oog op een nieuwe regionale huisvestingsverordening in 2023 zochten de Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) naar meer inzicht in de werking van de woonruimteverdeling. Onderwerpen die (ook elders) de gemoederen bezighouden zijn de slaagkansen van verschillende groepen, de doorstroming (of juist het gebrek daaraan) en bijzondere doelgroepen. De overkoepelende vraag daarbij is: hoe weeg je de kansen van de ene doelgroep tegen die van de andere? RIGO onderzocht een aantal alternatieve sturingsmogelijkheden.
Draaien aan de knoppen
Het verdeelsysteem in Haaglanden kent vrijwel alle denkbare beleidsmatige ‘knoppen’. Er wordt fijnmazig gestuurd door middel van voorrangsregels, maatwerk, labeling, enzovoort. Het is in zo’n situatie vooral de vraag welke knoppen je in welke mate voor welke groep inzet. Zijn er bepaalde groepen die meer steun verdienen, of die juist met wat minder kunnen?
Zo zien we nu dat jongeren en ouderen relatief goede kansen op een woning hebben, en veel profiteren van ‘steuntjes in de rug’ vanuit het systeem. Gezinnen en met name alleenstaanden en stellen hebben daarentegen lagere slaagkansen en profiteren minder van lokaal en regionaal maatwerk.
Doorstroming en lapmiddelen
Een van de knoppen in de regio Haaglanden is het aantal ‘woonduurjaren’ dat doorstromers bovenop hun inschrijfduur mogen tellen. Momenteel is dat maximaal vijf woonduurjaren. Maar wat als het maximum op drie jaar zou liggen, of op zeven jaar? We simuleerden een aantal scenario’s met betrekking tot het meetellen van woonduurjaren en bekeken wat dit doet met de toewijzing aan verschillende doelgroepen en met de doorstroming uit grote woningen.
We zagen in de simulatie dat er pas substantieel meer grote woningen vrijkomen als doorstromers al hun woonduurjaren mogen meetellen (dus zonder maximum). Dit betekent echter wel dat – op de korte termijn – de kansen van andere groepen afnemen.
Welke keus je hierin maakt, hangt af van je doelen. Wil je zoveel mogelijk woningen vrijspelen, of bepaalde groepen woningzoekenden helpen? Zet je in op doorstroming – met als kanttekening dat het op langere termijn pas effect heeft, en de starter op korte termijn benadeelt – of (ook) op kleine maatregelen als ‘lapmiddelen’ voor de korte termijn? Met de analyses in de hand kunnen de SVH zich de komende tijd over zulke vragen gaan buigen.