In de woonmonitor wordt de stand van zaken op het vlak van wonen en de volkshuisvesting beschreven aan de hand van allerlei gegevens en cijfers. De gerelateerde rapportages en belangrijkste bronnen in het woondomein worden als bijlage aan de Woonmonitor toegevoegd.
Waarom zijn jullie met de Woonmonitor begonnen?
“Toen ik in 2022 bij de gemeente Delft begon, zaten er in de programmabegroting vier kernindicatoren waarmee gestuurd werd op Goed wonen: aantallen nieuwbouw en studentenwoningen, meldingen van woonoverlast en aandeel sociale huurvoorraad. Ik dacht: dat zou eigenlijk een uitgebreidere set variabelen moeten zijn. Bovendien stuurden we in de praktijk, onder andere met de woningcorporaties, op andere variabelen. Naar mijn idee moesten bestuurders deze variabelen ook kennen. Daar begon het mee.
De tweede reden was dat allerlei rapportages separaat naar de Raad gingen. Het leek me handig alle rapportages op eenzelfde moment naar de Raad te brengen, zodat de Raad het woondomein op één moment uit verschillende hoeken kon bekijken, en niet op verschillende tijden. Dat zou ook minder handelingen betekenen, dus veel efficiënter zijn, was mijn idee.”
Hoe wordt de Woonmonitor bij jullie gebruikt?
“Het eerste onderdeel van de Woonmonitor bevat de sturingsindicatoren met kleuren (rood, oranje, groen) bij de stand van zaken. Dat werkt goed. Het is heel bondig. Het bij elkaar zetten van de sturingsvariabelen zorgt ervoor dat er een gesprek op gang komt tussen raadsleden. Het gesprek wordt ook breder gevoerd en niet alleen over een klein deel, zoals een jaarverslag van de corporaties, of de regionale monitor nieuwbouwafspraken.”
Hoe heeft de Woonmonitor zich ontwikkeld de afgelopen jaren?
“We hadden bij de gemeente Delft al wel een soort Woonmonitor, maar daarbij lag de focus sterk op de nieuwbouw. Bovendien was de informatie over nieuwbouw zeer gedetailleerd op projectniveau. Nu proberen we echt op een hoger niveau naar de ontwikkeling van de nieuwbouw en de woningmarkt te kijken. Ook de ‘zachte kanten’, zoals woontevredenheid worden nu meegenomen.
Dat is de belangrijkste toevoeging in de huidige Woonmonitor, de gegevens over woontevredenheid. Dat was namelijk de basis van onze Woonvisie: In de Woonvisie 2023-2028 staan de ‘woontevredenheid van onze inwoners’ en een ‘goede groei van de stad’ centraal. Als dat op orde is, kunnen we spreken van ‘goed wonen’. De goede groei van de stad is niet alleen wonen, maar gaat ook over voorzieningen en scholen. Dat is ook een maatschappelijk belang, maar heeft een wisselwerking met woontevredenheid. Met de Woonmonitor wilden we dus een logische aansluiting met de doelen uit de Woonvisie en woontevredenheid een centrale plek geven.”
Waar zie je nog ontwikkelpunten voor de komende jaren?
“Het belangrijkst is om te ontdekken waar bestuurders op willen sturen en vervolgens die zaken een plek te geven. Naast de woontevredenheid is ook de veerkracht van wijken zo’n thema wat we een prominente plek willen geven. Uiteindelijk willen we de Woonmonitor koppelen aan Brede welvaart. Die beweging wordt breder binnen de gemeente Delft ingezet en wordt onderzocht.”