De huisvesting van jongeren en de huisvesting van studenten zijn in Amsterdam grotendeels gescheiden werelden. Binnen de sociale huursector zijn voor beide groepen aparte woningen gelabeld, die via verschillende kanalen worden aangeboden. Daarnaast zijn in de Huisvestingsverordening aparte regels voor studenten- en jongerenwoningen opgenomen en zijn de huurcontracten verschillend.
Op verzoek van de Amsterdamse gemeenteraad en het college heeft RIGO een verkenning uitgevoerd van de mogelijkheden om jongeren en studenten meer gelijk te behandelen en de effecten daarvan. Daarbij is gekeken naar de mogelijkheden in de woonruimteverdeling, bij de huurcontracten en voor meer gemengd wonen. De effecten zijn zowel los als in combinatie beschouwd.
Uit de verkenning blijkt dat door het samenvoegen van de regelgeving voor jongeren- en studentenhuisvesting de kansen op de woningmarkt voor jongeren en studenten meer gelijk worden. Jongeren en studenten die zich op de woningmarkt begeven, zijn echter zeer verschillende groepen die zich in verschillende levensfasen bevinden.
Het samenvoegen van jongeren- en studentenhuisvesting zou ten koste gaan van de beschikbaarheid van betaalbare woonruimte voor (met name jonge) studenten. Bovendien zal het totale woningaanbod voor jongeren en studenten door de samenvoeging niet groter worden en mogelijk zelfs kleiner. De schaarste aan jongeren- en studentenwoningen in Amsterdam zal door de samenvoeging dus niet verminderd worden.
De verkenning is eind januari met een brief van wethouder Ivens aangeboden aan de gemeenteraad en begin maart besproken in de raadscommissie.