Sinds het Romeinse rijk is het bezit van een buitenverblijf naast de reguliere woning voor de elite een normaal verschijnsel. De schaal strekte zich lange tijd niet verder uit dan de regio. In het laatste kwart van de twintigste eeuw is door inkomensontwikkeling en revolutionaire ontwikkelingen van het massatransport en de communicatiemiddelen de ‘hele wereld’ voor menige Nederlander binnen bereik gekomen.
Van de Nederlandse huishoudens heeft circa 2% in 2009 een tweede woning, een voorraad van 177.500 tweede huizen, waarvan 37% in het buitenland. Deze voorraad is in 2002-2009 met ruim 60.250 eenheden toegenomen (51%). Onze buurlanden Duitsland, België en Luxemburg blijven belangrijk.
Tweede woningen in het buitenland worden echter steeds verder weg wordt gezocht. Het aandeel van het ‘verre’ buitenland buiten Europa is in 2006-2009 toegenomen van 18% naar 29%. Turkije was in 2002-2006 de topper met een groei van 180% in vier jaar, maar is sindsdien overvleugeld door de groep overige landen buiten Europa. De top tien van landen buiten Europa ligt verspreid over de hele wereld: Marokko, Indonesië, Suriname, de Nederlandse Antillen, Thailand, India, Brazilië, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Australië is minder populair, maar ook daar is Nederlands tweede wonen al gevestigd.