Gepubliceerd op:

De Huisvestingswet 2014 biedt gemeenten instrumenten om hun huisvestingsbeleid vorm te geven. Daarbij gaat het om regels met betrekking tot de woonruimteverdeling en het beheer van de woonruimtevoorraad, die zij kunnen vastleggen in een huisvestingsverordening. Het ministerie van BZK heeft RIGO gevraagd te onderzoeken in hoeverre de Huisvestingswet 2014 doeltreffend en doelmatig is.

Begin 2020 zijn alle huisvestingsverordeningen geïnventariseerd. De helft van de gemeenten in Nederland maakt gebruik van een huisvestingsverordening. In 166 van de 179 verordeningen is een urgentieregeling opgenomen, in 137 verordeningen staan (ook) andere regels over woonruimteverdeling en 77 verordeningen bevatten regels over het wijzigen van de woningvoorraad (bijvoorbeeld onttrekken, splitsen en verkameren). Sinds de invoering van de Huisvestingswet 2014 maken steeds meer gemeenten gebruik van de mogelijkheid om voorrang te geven aan woningzoekenden met regionale en lokale binding. In 2016 gaf 55% van de gemeenten met een verordening op het gebied van woonruimteverdeling voorrang aan lokale en regionale woningzoekenden; in 2020 is dit aandeel opgelopen naar 74%.

In het kader van de evaluatie heeft ook een gespreksronde plaatsgevonden, bestaande uit interviews met gemeenten die een huisvestingsverordening hanteren en gesprekken met andere betrokken partijen. Hieruit blijkt dat de Huisvestingswet 2014 voorziet in een grote behoefte van gemeenten om te kunnen sturen in de woonruimteverdeling en grip te houden op de woningvoorraad, zeker gezien de toenemende schaarste op de woningmarkt. Uit de evaluatie komt ook een spanningsveld naar voren tussen de sturingsbehoefte van gemeenten en de beperking van rechten van burgers die met deze sturing gepaard kan gaan, zoals de vrijheid van vestiging van woningzoekenden en het eigendomsrecht van particuliere verhuurders.

In de evaluatie heeft RIGO drie aanbevelingen gedaan en een aantal verbeterpunten gesignaleerd. In een brief aan beide Kamers heeft de Minister hierop gereageerd. Naar aanleiding van de evaluatie wil de Minister in gesprek met partijen uit het veld over de gesignaleerde knelpunten.