Door alle aandacht voor de woningtekorten in Nederland zouden we haast vergeten dat er ook regio’s zijn waar op termijn overschotten verwacht worden. RIGO deed onderzoek naar de woningmarktopgave in de zogenaamde krimpregio’s. Uit het onderzoek blijkt dat er in de krimpregio’s een andersoortige opgave ligt dan in de rest van Nederland.
Sloopopgave maar ook kwalitatieve mismatch
In de helft van de onderzochte regio’s dreigt een toename van het nu al bestaande woningoverschot met 4 tot 9%. Het totale verwachte woningoverschot in de regio’s samen ligt op ruim 21.000 woningen tot 2040. Dit overschot, gerekend naar absolute omvang, ontstaat voornamelijk in de regio’s in Limburg en Groningen.
Dit betekent dat er in tegenstelling tot de rest van Nederland er sowieso al een relatief grote sloopopgave ligt vanuit de veronderstelling dat een te groot overschot ongewenst is. Indien we alleen al uitgaan van een sloopopgave en de afboekingen die hiermee gemoeid zijn zal dit uiteraard kosten met zich meebrengen. Daarnaast zien we dat de vergrijzing en de daarmee samenhangende verwachte inkomensdaling, evenals de obstakels voor starters om te kopen (zoals meebrengen eigen geld) leiden tot een grotere opgave aan huurwoningen en minder aan eengezinskoopwoningen dan in de rest van Nederland. Indien we ook aan deze kwalitatieve mismatch het hoofd willen bieden dan moet er een verschuiving plaatsvinden van vooral de koop- naar huurwoningen.
Het is van belang te beseffen dat er in de krimpregio’s in vergelijking met de rest van Nederland veel minder automatisch een kwalitatieve verbetering als gevolg van nieuwbouw plaatsvindt.
Daarnaast zien we dat de verduurzamingsopgave in de regio’s meer kosten met zich meebrengen dan in de rest van Nederland omdat de energetische kwaliteit als gevolg van een oudere voorraad op een lager niveau ligt. De opgave voor het levensloopbestendig maken van de bestaande voorraad in de krimpregio’s lijkt niet hoger te liggen dan in de rest van Nederland. Dit komt omdat er relatief meer grondgebonden woningen zijn die tegen relatief lage kosten toegankelijk gemaakt kunnen worden in vergelijking met de rest van Nederland (meer ontoegankelijke appartementen). Wel is van belang te beseffen dat er in de krimpregio’s in vergelijking met de rest van Nederland veel minder automatisch een kwalitatieve verbetering als gevolg van nieuwbouw plaatsvindt. Hierdoor vindt er geen automatische verduurzaming en verbeterde toegankelijkheid plaats als gevolg van de bouwregelgeving die van toepassing is op de nieuwbouw.
Publicatie en vervolg
Het rapport is in mei 2020 aan de kamer aangeboden. Naast het hoofdrapport is er ook een achtergrondrapport. Dit geeft nader inzicht in wat er ten grondslag ligt aan de woningmarktopgave, de behoefteraming en de kostenberekening.
Het Rijk heeft middels de Regio Envelop (TK 29697-72) een eerste impuls gegeven aan het oplossen van de woningmarktopgave in meerdere regio´s, waaronder Oost-Groningen, Achterhoek, Oost-Drenthe, Parkstad-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. In de gesprekken met de provincies in het kader van de versnelling van de woningbouw en herstructureringsopgave in de regio’s waar een daling van het aantal huishoudens verwacht wordt worden de uitkomsten van het onderzoek ook meegenomen.
M.m.v. Martin Adler en Jos van Ommeren (VU-Amsterdam).